Pesten

Dit artikel verscheen in de Basics 2-2005

Wat is het verschil tussen plagen en pesten?

Er is een groot verschil tussen plagen en pesten. Kinderen die elkaar plagen, kunnen elkaar wel aan. Een geplaagd kind kan terugplagen. Plagen bestaat meestal uit een steekspel met woorden of elkaar voor gek houden. Bij plagen zie je dat kinderen het na een tijdje weer goed maken. Kinderen kunnen beter omgaan met plagerijen, naarmate zij een steviger basisvertrouwen en daarop gebaseerd zelfvertrouwen ontwikkelen. Bij pesten is het anders. Het kind dat wordt gepest is altijd de zwakste en steeds het mikpunt, op een heel bedreigende manier. Bij pesten kan worden gescholden, geschopt, geslagen, spullen vernield, maar ook geroddeld en buitengesloten.

Tegenwoordig zien we het online pesten steeds meer toenemen. Feilloos wordt het kind op zijn zwakke plekken gepakt. Het gepeste kind voelt meestal een diepe schaamte, het voelt tot in z'n tenen dat het er echt niet bij hoort en er is elke dag de angst voor herhaling. Pesten is helaas geen uitzondering: bijna een kwart van de basisschoolleerlingen en 6% van de middelbare scholieren in Nederland wordt regelmatig tot vaak gepest. Wie het slachtoffer is van pesterijen op school, kan daarvan zijn hele leven last houden.

Waarom pesten kinderen?

Vaak heeft een groep of een kind een slachtoffer nodig om frustratie en agressie af te reageren. Een onveilig klimaat op school of problemen in de thuissituatie kunnen hierbij een rol spelen. Kinderen die pesten blijken vaak zelf emotionele en sociale problemen te hebben. Meestal is er een groepje kinderen dat meedoet met de pestkop, de 'meelopers'. Een kind dat vaak het gevoel heeft tekort te komen en alles in de hand te moeten houden om zich veilig te voelen, kan pestgedrag gaan vertonen. Een pester kan de macht willen hebben om zo zijn positie te verdedigen. Hij kan ook bang zijn om zelf gepest te worden en gaat, om dat te voorkomen, zelf pesten. Soms heeft de pester niet echt in de gaten, hoe erg pesten is. Veel ouders schamen zich als ze horen dat hun kind behoort tot de pesters. Ze vragen zich af hoe dit kon gebeuren en raken in grote onzekerheid. Negeren van het pestgedrag, in de hoop dat het zich vanzelf oplost, is niet verstandig. Het is goed het met uw kind te bespreken. Probeer sensitief te zijn en wees tegelijk duidelijk. U kunt hem herhaaldelijk laten voelen dat u onvoorwaardelijk van hem blijft houden, maar dat zijn gedrag op dit punt onacceptabel is. Hij heeft uw steun en hulp hard nodig; zo nodig kunt u hulp zoeken om uw kind goed op te vangen en te begeleiden.

Ieder kind loopt een kans de zondebok te wor-den, maar bij kinderen die afwijken van de norm is dat risico groter. Wie eenmaal de zondebok is geweest, verraadt dat vaak met zijn lichaamstaal. 'Alleen' van school of groep veranderen is dus meestal geen oplossing. Kinderen blijken een grotere kans te lopen gepest te worden als ze zachtaardig zijn, niet van zich af bijten, toegeeflijk zijn of in het algemeen wat minder sterke sociale vaardigheden hebben. Hoe kom ik er achter dat mijn kind gepest wordt? Hoewel gepest worden heel ingrijpend is, praat 64% van de gepeste kinderen er thuis niet over. Dit heeft vele oorzaken. Het kind is bang zijn ouders pijn te doen, teleur te stellen. En bovendien - als ze het horen, geloven ze mis-schien wel dat het aan hemzelf ligt. Het kind gaat steeds meer geloven dat het waardeloos is, lelijk en stom. Niet iemand om van te houden. Dit kan extra hard aankomen bij kinderen die al een tekort aan basisvertrouwen hebben. Het kan zijn dat uw kind gepest wordt als u merkt dat het:

- niet meer graag naar school gaat en slechter gaat presteren;

- nog maar zelden wordt gevraagd om te spelen of op verjaarsfeestjes;

- regelmatig dingen kwijt is of vertelt dat zijn spullen stukgemaakt worden;

- klaagt over hoofdpijn of buikpijn, slecht slaapt of nachtmerries heeft;

- onberekenbaar gedrag vertoont: overdreven, onecht blij, agressief of boos;

- steeds banger lijkt te worden;

- ineens veel blauwe plekken of schrammen heeft.

Er zijn ook provocerende slachtoffers. Zij reageren niet adequaat als ze worden gepest. Deze kinderen worden vaak door volwassenen niet aardig of zeurderig gevonden. Kortom: het is van belang om gevoelig te zijn voor de signalen die uw kind uitzendt en in gesprek te gaan. Wat te doen als mijn kind gepest wordt? Hieronder volgen enkele tips.

- Soms is het gemakkelijker voor een kind om op te schrijven (of te tekenen) wat het meemaakt.

- U kunt met uw kind bespreken welke kinderen (in de klas) wel oké zijn en uw kind helpen zich op hen te gaan richten.

- Geef uitleg over pesten in het algemeen. Het is goed hierbij te benadrukken dat het nooit en te nimmer de schuld is van het gepeste kind. Het is onrecht, dat moet stoppen. Geef aan waarom pesters doen zoals ze doen en bespreek de rol van de meelopers en de volwassenen.

- Ook als u actie onderneemt, is het goed om dat altijd in samenspraak met uw kind te doen.

- Ga in ieder geval in gesprek met de leerkracht. Het is belangrijk dit op een positieve wijze te doen. De school moet alle leerlingen veiligheid bieden. Blijf in gesprek met de school zolang het pesten niet is gestopt.

- Schep ruimte voor de gevoelens van uw kind, door nauwkeurig te benoemen. U laat hem zo voelen dat u hem begrijpt. U bemoedigt hem en ondersteunt zijn weerbaarheid (zie ook Basics, jaargang 2, nr 1).

- Meestal is het onverstandig zelf met de pesters of hun ouders in gesprek te gaan. Dit kunt u beter aan de school overlaten.

- U kunt uw kind thuis extra aandacht geven, gekoppeld aan bezigheden die niet direct te maken hebben met het pesten. Het is goed zijn basisvertrouwen te versterken. Zo ervaart hij dat hij oké is zoals hij is en zich niet anders voor hoeft te doen om geaccepteerd te worden. Het vraagt van ouders specifieke opvoedings-vaardigheden om in een korte tijd het basisvertrouwen van een kind te vergroten. U kunt hiervoor contact opnemen met de helpdesk van Basic Trust. Anti-pestbeleid op scholen Scholen zijn verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een beleid om pesten te voorkomen/aan te pakken. Hiervoor zijn verschillende methodes ontwikkeld. Omdat pesten de hele groep aangaat, is het beleid gericht op zowel het gepeste kind als de pester. Ook is er aandacht voor de (zwijgende) meerderheid, de leerkrachten en de ouders.

Lyda Plooy


BOEKEN MET HET THEMA PESTEN

- Help. Katman! Help!, Marcel van Driel (kinderen vanaf 9 jaar), ISBN 9027690108

- Pesten op school, Peter Vereijken en Monique Vos (een dun boekje met informatie voor kin-deren over pesten), ISBN 9005159170

- Bikkels, Carry Slee (midden- bouw/bovenbouw), ISBN 9074336493

- Nu niet nooit niet, Kirsten Boie (voortgezet onderwijs), ISBN 9021615339

- Mes op de keel, Gonneke Huizing (vanaf 12 jaar),

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."