Slaapproblemen

Dit artikel verscheen eerder in de Basics 4-2009

Om elf uur 's avonds nog klaarwakker liggen... Of wèl vroeg inslapen, maar midden in de nacht gaan spoken, liefst tussen de ouders in... Of juist extreem vroeg wakker zijn en met veel energie de dag al willen beginnen...

Voor veel gezinnen is er 's nachts geen ongestoorde rust. In onze praktijken is slapen een veelbesproken onderwerp. Slaapproblemen van kinderen vormen vrijwel altijd ook een probleem voor de ouders. Het kan ervoor zorgen dat zowel ouders als kind al na korte tijd oververmoeid raken, met alle gevolgen voor het functioneren overdag. Een onderwerp dus om serieus te nemen.

Inslapen, doorslapen

Slaapproblemen komen in verschillende vormen voor. Bij inslaapproblemen kan of wil het kind niet gaan slapen, blijft het roepen of huilen of komt het steeds het bed weer uit. Van doorslaapproblemen is sprake als een kind langdurig, vaak of heel vroeg wakker wordt, soms als gevolg van een nachtmerrie. Sommige kinderen tonen zich daarbij angstig ,anderen lijken alleen maar klaarwakker te zijnen willen het liefst spelen.

Diverse oorzaken

Bij het slapen spelen biologische factoren een rol. In de babytijd ontwikkelt een kind een slaapwaakritme dat samenhangt met licht en donker. Een rustige omgeving en gebruik van rituelen helpen het kind daaraan te wennen. Ook gezondheidsfactoren kunnen een rolspelen bij slaapproblemen, bijvoorbeeld bij allergieën, of apneu (stokken van de ademhaling) als gevolg van te grote amandelen, of een middenoorontsteking. Bij hardnekkige slaapproblemen is het dus raadzaam te onderzoeken of er sprake is van een lichamelijke oorzaak.

De belangrijkste psychische oorzaak van slaapproblemen is angst. Angst kan ontstaan zijn door nare, belastende ervaringen of dooreen tekort aan basisvertrouwen. Het kind kan bang zijn om afgewezen te worden, om niet goed genoeg te zijn, of bang om de ouders kwijt te raken. Vooral bij geadopteerde kinderen en kinderen in pleegzorg kan deze angst lang onderhuids aanwezig blijven. De angsten die overdag op de achtergrond een rol spelen kunnen ervoor zorgen dat het kind meer spanning oploopt dan het kan verwerken. De overgang van waken naar slapen kan daardoor juist voor dit kind heel moeilijkzijn. De angst voor verlies kan duidelijker gevoeld worden als het kind alleen in zijn bedje ligt. Het durft zich dan niet over te geven aan de slaap, aan het verlies van controle. Vaak vertaalt de angst zich in concrete angst voor enge dingen, zoals geluiden, of de bekende krokodil onder het bed.

Ook bij het 's nachts wakker worden kan het zich bang en alleen voelen. Overdag wordt de angst door het kind af gedekt met bijvoorbeeld stoer of juist heel vrolijk gedrag. Soms ziet het eruit als onrust of overalertheid.

Verminderen van angst

Bij een angstig kind is het vooreerst belangrijk om die angst te doen verminderen. U kunt het kind met een tekort aan basisvertrouwen helpen door het overdag met 'benoemen' extra het gevoel te geven dat het gezien wordt. De angst om niet goed genoeg te zijn of de angst de ouder te verliezen neemt dan geleidelijk af. Vaak normaliseert het slaappatroon dan vanzelf. Vóór het slapengaan kunt u binnen het vaste ritueel even stil staan bij de mooie dingen van die dag. Doordat er in veel gevallen sprake is van een diepe angst is het veiliger om het kind niet alleen te laten met zijn gevoel. Een mooie manier is om na een minuut of vijf naar het kind te gaan, even het dekbed recht teleggen en vervolgens weer weg te gaan zonder echt contact te maken of in gesprek te gaan. U kunt dit het beste iedere vijf minuten doen en volhouden tot uw kind diep slaapt. Ook dan gaat u nog een enkele keer terug. Uw kind ervaart steeds uw aanwezigheid en voelt dat u er voor hem bent, ook als het slaapt. Op deze wijze heeft u zelf de regie over het moment dat u bij hem komt. Dat voelt veilig voor het kind.

Meestal lukt het om het kind in het eigen bed te laten slapen. Als uw kind echter hardnekkige doorslaapproblemen heeft en erg bang is om alleen te zijn, is het in sommige gevallen een oplossing om het kind bij u op de kamer te laten slapen. Zeker een geadopteerd kind of kind in pleegzorg dat nog maar kort in uw gezin is kan het als veilig ervaren u in zijn nabijheid te weten. Het was misschien voorheen niet gewend om alleen te slapen. Als u merkt dat het na verloop van tijd uw nabijheid minder nodig heeft, dan kunt u geleidelijk de fysieke afstand tussen u en uw kind wat gaan vergroten, totdat het uiteindelijk in zijn eigen kamer ontspannen in slaap valt.

We wensen u en uw kind een goede nachtrust!

Marijke Kellaert

Terug

professional aan het woord

"Toen Basic Trust ook bij de behandeling betrokken raakte, leverde dat veel op. De interventies leken heel simpel maar waren blijkbaar toch nodig om verder te komen."