Benoemen met "jij" beginnen

Dit artikel verscheen eerder in de Basics 4-2013

Waarom begint uw zin bij de basic trust -methode met Jij en beginnen zinnen uit Thomas Gordon's methode 'Luisteren naar kinderen' met Ik? Veel ouders en hulpverleners hebben volgens deze laatste methode geleerd een Ik-boodschap te geven. Het lijkt een omschakeling om bij het benoemen van het kind de zin te beginnen met Jij. Welk effect heeft het beginnen met Jij op het basisvertrouwen van het kind? Waarom niet beginnen met Ik?

Een kind dat in het begin van zijn leven door omstandigheden te weinig gezien wordt in zijn behoeften kan een tekort aan basisvertrouwen ontwikkelen en angst om opnieuw te verliezen of afgewezen te worden. Het heeft bovendien niet geleerd te luisteren naar wat het voelt, wil of denkt. Herstel kan alleen plaatsvinden als het zich alsnog gezien voelt in zijn gedrag, gedachten, ideeën en gevoelens. Dit 'zien' doet de opvoeder door uit te spreken wat hij ziet aan het kind, als het ware het kind te 'ondertitelen', het te benoemen. Zo neemt de angst van het kind af en het basisvertrouwen toe. Ook wordt het kind zich meer bewust van zijn eigen gedrag, gevoelens, gedachten en ideeën.

Binnen de basictrustmethode gebeurt het benoemen op een specifieke manier. Eén van de voorwaarden is om de zin te beginnen met Jij. Het kind weet dan zeker dat het over hem of haar gaat. Dat wat er van het kind benoemd wordt komt zo als het ware rechtstreeks binnen, wordt direct ervaren. Wanneer in plaats van met Jij te beginnen een Ik-boodschap wordt gegeven duidt de opvoeder niet direct op het gedrag, de ideeën of de gevoelens van het kind, maar begint hij of zij bij zichzelf ('Ik ...'). De opvoeder geeft met een Ik-boodschap zijn eigen mening aan het kind, door bijvoorbeeld aan te geven het prettig te vinden dat een kind bepaald gedrag laat zien of last te hebben van het gedrag. Zou de opvoeder beginnen met een Ik-boodschap , dan vraagt hij afstemming van het kind op zichzelf als opvoeder, terwijl het voor de opbouw van het basisvertrouwen juist belangrijk is dat er eerst op het kind wordt afgestemd.

Het benoemen beginnen met Jij vraagt van opvoeders dat ze zich inleven in de gedachten, ideeën en gevoelens van hun kind. Oftewel mind-minded te zijn; het kind als individu te zien, zich in te leven in de gemoedstoestand van het kind en deze gemoedstoestand te benoemen. Mind-mindedness is volgens vele wetenschappelijke onderzoeken zeer belangrijk bij het ontstaan van een veilige gehechtheid ofwel basisvertrouwen. In de basic trust basics nummer 3-2012 (zie www.basictrust.com) is dit uitgebreid beschreven.

De Gordonmethode is een methode die er op gericht is de communicatie effectiever te laten verlopen door respectvoller met elkaar om te gaan. Jij-boodschappen als 'Jij moet ophouden' of 'jij bent stout' worden door Gordon afgeraden, want dit zijn boodschappen waarin de spreker de ander (ver)oordeelt of tracht te controleren. Ik-boodschappen zijn wel effectief, want daarmee laat de opvoeder iets van zichzelf zien en is hij duidelijk in zijn eigen behoeften. (Overigens worden de door Gordon op deze manier bedoelde Ik-boodschappen vaak onterecht gebruikt om iets over de ander tezeggen ('Ik zie dat jij ....').) De Gordonmethode gaat uit van wederzijdse afstemming waarbij het kind ook in staat is rekening te houden met die ander en zijn behoeften. Van een veilig gehecht kind mag inderdaad verwacht worden dat het in enige mate in staat is af te stemmen op de ander. Een veilig gehecht kind voelt zich door deze communicatie serieus genomen, begrepen en ervaart op den duur meer zelfvertrouwen en veerkracht. Een kind met verminderd basisvertrouwen is nog niet in staat om wensen van een ander te volgen en daarop af te stemmen. Het zal een Ik-boodschap zonder dat de opvoeder eerst benoemt ervaren als een oordeel of overname van de controle. Dit roept een groot gevoel van basisonveiligheid op.

Door de zin te beginnen met Jij en concreet en stellend te benoemen wat het kind zelf doet, denkt, voelt of wil, stemt de opvoeder dus eerst af op het kind. In de volgende zin (de 'tweede stap') kan het kind leren afstemmen op de ander. Op dat moment is een ik-boodschap een uitstekende manier om de mening of wens van de opvoeder kenbaar te maken. Het kind heeft het nodig eerst gezien te worden, rechtstreeks. Daarmee kan het kind geholpen worden niet alleen vertrouwen te voelen in degene door wie het zich zo gezien weet, maar ook grip te krijgen op zijn gedrag, gedachten en gevoelens. En dan kan het straks met veel basisvertrouwen in de wereld staan. 'IK mag er zijn'.

Sandra Loijen

Literatuur over de Gordonmethode:

Saskia Henderson, In ons gezin gaat alles prima! (Maar soms). Kosmos, 2013.

Dr. Thomas Gordon, Luisteren naar kinderen. Kosmos, 2005

Terug

De ouder aan het woord

"Een persoonlijke, positieve benadering. Er werd echt naar ons geluisterd en naar de situatie van Yin en ons gekeken, de adviezen waren goed toe te passen. We merkten heel snel verbetering"