Dit artikel verscheen eerder in de Basics 2-2012
De spanning neemt toe als de kinderbedtijd nadert. Hoe zal het gaan vanavond... En vannacht?
Gebrek aan slaap
Waarom we slaap nodig hebben, is nog altijd niet helemaal bekend. Dàt we het nodig hebben, ervaren we allemaal. Gebrek aan slaap maakt ons niet alleen minder alert, maar kan ook ons immuunsysteem aantasten, waardoor we gevoelig worden voor infecties. Ook wordt bij kinderen tijdens de slaap het groeihormoon afgescheiden. Slaap heeft daarnaast een belangrijke functie bi jhet verwerken van de informatie die we overdag opslaan.
Melatonine is een hormoon dat helpt om inslaap te komen. Onze biologische klok zorgt er voor dat de pijnappelklier melatonine gaat maken. Maar dat lukt alleen wanneer het donker is. Zolang er licht (ook kunstlicht of licht van beeldscherm) valt op het netvlies van de ogen, wordt de aanmaak van melatonine tegen gehouden.
Slaapcycli
Daarnaast is er zowel 's nachts als overdag sprake van een anderhalf uursritme. Dit houdt in, dat we in de loop van anderhalf uur eerst slaperiger worden en dan weer waakzamer. Vlak voor het gebruikelijke tijdstip van inslapen zijn we extra wakker, extra alert. Een kind kan dan juist niet slapen. Een kind of jongere die te laat inslaapt eerder naar bed laten gaan, is dus geen goed idee! Gedurende de eerste twee slaapcycli van anderhalf uur is de slaap het diepst. Deze fase is waarschijnlijk het belangrijkste voor het lichamelijk herstel. Een cyclus begint met lichte slaap, waarin we nog gemakkelijk wakker gemaakt kunnen worden. Daarna komen we geleidelijk in een diepe slaap. Er zijn dan geen oogbewegingen of spieractiviteit. Daarna is er weer volop activiteit: de fase waarin je droomt.
Over de hele nacht maken mensen vier à vijf keer zo'n slaap cyclus van ongeveer anderhalf uur door. Tussen elke twee cycli is er sprake van een kort moment van bijna of helemaal wakker zijn. Iedereen wordt dus elke nacht enkele malen kort wakker. De vraag is dus niet: waarom wordt een kind 's nachts wakker, maar: hoe komt het dat hij niet uit zichzelf weer in slaap valt. De een merkt veel meer van dit korte wakker worden dan de ander.
Scheidingsangst
Eén op de drie kinderen heeft regelmatig problemen met inslapen of met doorslapen. In het kader van dit artikel voert het te ver om een overzicht te geven van alle slaapproblemen en slaapstoornissen, en beperken we ons tot scheidingsangst. Op jonge leeftijd (zo ongeveer tot drie jaar) is scheidingsangst onderdeel van de normale ontwikkeling. Als een kind een moeilijke start heeft gemaakt in het leven, kan ook op latere leeftijd bij problemen met in- en doorslapen scheidingsangst een rol spelen. Het kan zijn dat het kind probeert uit te stellen, omdat hij het moeilijk vindt om alleen in bed te liggen. Het is bijvoorbeeld angstig voor het donker of bang om zijn ouders te verliezen. Belangrijk is om een vaste routine te ontwikkelen met rustige activiteiten die de overgang naar het slapen bevordert. U kunt zo nodig bij uw kind in de buurt blijven nadat u het hebt ingestopt, zodat het kind u nog kan horen of zien, maar maak dan zo min mogelijk contact. Let op dat u niet ongewild het wakker blijven van uw kind beloont en versterkt.
Als uw kind al wat ouder is, kunt u het leren stil te staan bij zijn opkomende angstgevoelens. Zo leert het kind de voortekenen van angst te onderkennen. U kunt uw kind hierbij helpen door zijn gevoelens te benoemen. Vervolgens kunt u samen de zelfcontrole van uw kind bevorderen door hulpmiddelen te bedenken om zijn angst en onrust te overwinnen. U kunt hierbij denken aan ontspanningsoefeningen, aan prettige dingen denken, "dapper denken", een zakdoek met de geur van mama. Een lichtdimmer kan behulpzaam zijn, waarmee de slaapkamer langzaam steeds donkerder wordt gemaakt. Onrustige, beweeglijke kinderen kunnen baat hebben bij een verzwaarde deken, bijvoorbeeld een Deense ballendeken. De druk van de plastic balletjes in de deken masseert het lichaam. Dit heeft een kalmerende en rustgevende werking.
's Nachts wakker
Sommige kinderen worden regelmatig 's nachts huilend wakker. Het kind realiseert zich dat het alleen is en dit kan hem beangstigen. Het is dan uit zijn doen en het kost geruime tijd om hem gerust te stellen. Het valt niet 'vanzelf' weer in slaap. Wanneer dit elke nacht rond vaste tijdstippen gebeurt, kunt u overwegen uw kind een kwartier voor dit tijdstip even wakker te maken. U moet dit wel een aantal weken volhouden. Het is dan de kunst om uw kind kort te laten merken dat u er bent, maar ervoor te waken zijn vraag om steun te zeer te belonen met aandacht. Stelregel is het kind te helpen om wat hij moeilijk vindt zelf onder de knie te krijgen. U zult merken dat u zich minder machteloos gaat voelen. Het wordt dan gemakkelijker uw kind te bemoedigen en er samen op te vertrouwen dat het goed gaat komen
Lyda Plooy